![]() ![]() ![]() |
|
|
Het Neerbosche woordenboek
Een deel van het zakgeld afgeven voor een cadeautje voor leiding of onderwijzer.
Auto van Neerbosch, waar o.a. weglopers in werden opgehaald.
Zie boevensjees. De kleur van deze auto was blauw. Tijdens de vierdaagse werd deze ook gebruikt als verzorgingswagen. De schauffeur was lange tijd de heer Weijenberg.
De vloeren van de groepen uitwrijven met een blok, een zware vierkante borstel aan een lange steel.
Een stukje speelgoed.
Zakje.
Snoepje.
Eén der paviljoens op Neerbosch.
Een bewoner van het kleine jongenspaviljoen Elim. Aanvankelijk was er ook een meisjes Elim (8-12 jaar)
Iemand figuurlijk de ogen uitsteken.
Een lievelingetje van de juf of van een oudere jongen of meisje.
Prutsen, knutselen.
Knutselen aan kleine zaken.
Een half broodje, in de lengte doorgesneden met stroop, te koop bij de bakkers van de Agnetenweg, van Boxter of Tromp.
De kinderen van op/bij het terrein wonend personeel.
Gluren, ook afkijken op school.
Jongen in opleiding op de timmerwerkplaats.
meepikken.
bewoner van het Koningin Emma Huis. een der paviljoens op Neerbosch.
Aanvankelijk was dit een feestdag voor de weeskinderen, ingesteld door mej. Quack en later was het een dag voor de collectantjes van de "Neerbosch Cent". In een grote tent at men dan kersen.
Broek met klep.
Jongen in opleiding op de boerderij, soms werd ook de boer zelf zo aangeduid.
Een groot gat in een sok of kous.
Laan van de inrichting naar de Westkanaaldijk, genoemd naar D.C. Lankhoorn, voorzitter afd. Amsterdam der oud-wezen.
Roze pap, waarschijnlijk frambozenpap.
Plein achter de oude direkteurswoning.
Een doetje van een meisje, een sulletje.
Aan een leek in de timmerwerkplaats vroeg men of hij de lijmduivel kende. Was het antwoord "neen" dan kreeg hij de kwast met warme lijm tegen de neus.
Boterham.
Woning voor de allerkleinsten.
Winkeltje dat enige tijd op Neerbosch geëxploiteerd werd ten behoeve van opwonenden en kinderen. Achter de toonbank stonden o.a. mevr. van Klinken en mevr. van Dam.
Actie met collecte busjes. In het kader van deze aktie hield men in het land ook lezingen met lichtbeelden (dia's). Namen die men daarbij hoort noemen: van Gorcom en van Rossen.
Bewoner van het paviljoen met die naam.
Appèl op vaste tijden van de dag voor de jongere kinderen.
Weglopen.
Groepsleider, vaak met meer idealisme dan diploma's.
In de leefgroep.
De reünie van oud bewoners van Neerbosch op Hemelvaartsdag.
Gebouw waarin groepen waren ondergebracht zoals Nieuw Plan, Jongens Elim etc. Het paviljoenshoofd woonde veelal in het woonhuis behorende bij het paviljoen.
Trekje aan een sigaret.
"Overheerlijke" pap, gemaakt van macaroni.
Aardappels schillen, hetgeen vroeger voornamelijk per groep gebeurde.
Urinoir, waarvan er een aantal op het terrein waren, zo genoemd door dhr. Broers, chef tekenschool en technische dienst.
Een bijzonder lange wandeling richting Wijchen door de Smalle Steeg. Het Hoofd van Nieuw Plan dhr. H. Ronk liet de jongens op zondagmiddag deze tippel nog wel eens maken.
Het middenplein, rond de muziektent, waar door jongens en meisjes gewandeld mocht worden.
Op zondag na de kerk en de koffie of thee, rondjes lopen om de Schans.
Een spijker aan de onder- en binnenkant van de grote houten tafels in de groep om daarop een boterham te prikken om te bewaren.
Park voor de kleermakerij.
Kijken of er iets van je gading te vinden is.
Huilen. "Sta niet zo te sjanken"
Verplicht wandelen per groep of paviljoen.
Knechtje van een oudere jongen.
Snoepje, meervoud "slum"
Zakdoek
Surveillant, ook wel de groepsleider die dienst had op de Schans en op moest letten dat er geen ongerechtigheden gebeurden (jongens en meisjes die elkaar omarmden bv. Onverbrekelijk aan dit snurvelen verbonden is de naam van dhr. Uilenberg.
Peukje van een sigaret.
Gekleurde muisjes.
Het tegenwoordige dorpshuis, waarin vroeger o.a. tekenles werd gegeven.
Het straatje tussen de keuken en het Botenhuis, van de Schans naar de Hoofdweg van Neerbosch.
Bordpapieren doos waarin kleinere kinderen hun eigendommen bewaarden. In een kast werden deze achter slot en grendel bewaard tot door de leider "troggespelen" (als gunst) werd afgekondigd.
Jongen in opleiding op de tuinderij.
Puntzakje bv. voor tabak.
Uitbetaling van zakgeld.
De straat tussen het huis van de administrateur tot aan de smederij.
Groene pap met onbekende ingrediënten.
Neerbosch verlaten.
Gestampte muisjes, een broodbeleg.
Een boterham.
Melk.
|